U bent hier
Graven van lokaal historisch belang
Graven van lokaal historisch belang
Het schepencollege nam in vergadering van 16 september 2014 een reeks beslissingen inzake het behoud van graven van lokaal historisch belang.
Door de erkenning van dergelijke graven is weliswaar het behoud ervan gegarandeerd, doch neemt het schepencollege een beslissing die verregaande en langdurige financiële gevolgen heeft. Dergelijke grafmonumenten moeten door deze beslissing gedurende 50 jaar worden onderhouden door het gemeentebestuur. De beslissing belast hierdoor meerdere generaties en bestuursoverheden. Hoewel volgens de regelgeving blijkbaar niet verplicht ware het toch wenselijk om de beslissing hiertoe over te laten aan de voltallige gemeenteraad.
Hoewel de reden van bescherming van bepaalde grafmonumenten omwille van algemeen of lokaal historisch belang van de overledenen of omwille van het kunsthistorisch belang van het grafteken overduidelijk is moet er toch omzichtig worden omgesprongen met deze beschermingsmaatregelen, niet alleen omwille van de financiële gevolgen, maar ook omwille de emotionaliteit rond het "belang" van de overledenen voor onze gemeente of maatschappij.
De lijst die door het schepencollege werd goedgekeurd roept toch enige vragen op, niet zozeer omwille van de in de lijst opgenomen personen en hun monumenten, maar net omwille van de personen die ontbreken.
Tegelijk is het noodzakelijk om de algemene begrippen als "lokaal historisch belang" verder te detailleren en objectief vast te leggen.
Het lijkt ons trouwens ook aangewezen een procedure uit te werken om de bevolking de mogelijkheid te geven een voorstel tot erkenning als graf van lokaal historisch belang in te dienen op basis van een gedetailleerde motivering van het belang voor onze gemeente of maatschappij van de overledene, of omwille van het kunsthistorisch belang van het grafteken.
Het gemeentebestuur treedt al jaren streng op tegen "verwaarloosde" grafmonumenten op de begraafplaatsen, dit op basis van door de gemeenteraad vastgestelde principes in de lokale reglementering op de begraafplaatsen. Na het voeren van een duidelijke procedure kan het schepencollege een grafconcessie beëindigen en beslissen het betrokken grafmonument te laten verwijderen. In het verleden besliste het schepencollege op jaarlijkse basis tot opruiming van deze grafmonumenten. Ongetwijfeld zijn hierbij ook graftekens verwijderd van oorlogsslachtoffers. Door het erkenning van grafmonumenten van oorlogsslachtoffers als graven van lokaal historisch belang wijkt het schepencollege af van de door de gemeenteraad vastgestelde principes, zonder de gemeenteraad hierover te horen noch te informeren. Tegelijk stelt zich de vraag hoe het schepencollege de vroegere beslissingen tot opruiming van "verwaarloosde" grafmonumenten van oorlogsslachtoffers gaat regulariseren ten aanzien van hun erfgenamen.
In dit kader zou het ook wenselijk zijn om in de toekomst de procedure inzake verwaarloosde grafmonumenten uit te breiden met een nominatieve bekendmaking in het informatieblad van de op te ruimen grafmonumenten, zodat de bevolking alsnog de mogelijkheid krijgt om gemotiveerde voorstellen in te dienen om graftekens op deze lijst alsnog te behouden vanwege hun lokaal historisch belang. Momenteel gebeurt deze bekendmaking enkel door aanplakking aan de begraafplaatsen, maar deze reglementaire wijze van bekendmaking is klaarblijkelijk ontoereikend om iedereen te informeren.
Onze N-VA-fractie vraagt de het schepencollege :
• toelichting te geven bij de criteria die het schepencollege hanteerde om bepaalde graven al dan niet te erkennen als graf van lokaal historisch belang, en de criteria tot erkenning ter goedkeuring van de gemeenteraad voor te leggen;
• de nominatieve lijst van de voorgestelde grafmonumenten van lokaal historisch belang ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad, gezien de langdurige financiële gevolgen van deze erkenning.
• Is er een raming voorzien van de jaarlijkse kost van gewoon en buitengewoon herstel van grafmonumenten ingevolge voormelde collegebeslissing, en welke budgetten worden hiervoor voorzien in de meerjarenplanning ?
• Werd of wordt er geïnventariseerd welke grafmonumenten van oorlogsslachtoffers in het verleden ingevolge een beslissing van het schepencollege werden opgeruimd, en welke maatregelen voorziet het schepencollege ten aanzien van de nabestaanden van oorlogsslachtoffers om de vroegere collegebeslissing tot opruiming te herstellen ?
• Kan de procedure tot ontruiming van verwaarloosde grafmonumenten worden uitgebreid met een nominatieve publicatie in het informatieblad van de lijst van op te ruimen graftekens, zodat de bevolking alsnog de kans krijgt om gemotiveerde voorstellen te formuleren tot behoud van graftekens op deze lijst omwille van het lokaal historisch belang ?
• Is het schepencollege bereid om de bevolking de mogelijkheid te bieden om volgens duidelijke regels en mits omstandige motivatie voorstellen in te dienen tot erkenning van grafmonumenten van lokaal historisch belang, en deze vervolgens ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen ?