U bent hier
Aanpak van armoede bij kinderen 27/02
Aanpak van armoede bij kinderen
Vlaamse studies wijzen uit dat één op de 10 kinderen in Vlaanderen wordt geboren in armoede. Dit heeft negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van deze kinderen want ze missen kansen op ontplooiing. Het gevolg hiervan is een groter risico om later zelf een leven in armoede door te brengen, net omwille van een achterstand op het vlak van onderwijs, huisvesting, gezondheid of maatschappelijke participatie.
De Vlaamse overheid werkte een actieplan armoedebestrijding uit met een onderdeel over kinderarmoedebestrijding. Hierin vinden we specifieke maatregelen terug om armoede bij kinderen tot en met 3 jaar te bestrijden.
Geruime tijd geleden werden we geïnformeerd over een studie waaruit bleek dat ook onze gemeente op het vlak van kinderarmoede een negatieve score heeft.
We vernemen dat de jeugddienst op dit vlak reeds gestart is met voorbereidend studiewerk, o.m. via een bevraging bij de ziekenfondsen.
Recent besliste de Vlaamse overheid om voor bepaalde steden en gemeenten geld uit te trekken om de komende jaren de armoede bij kinderen van nul tot drie jaar aan te pakken. Voor Zwijndrecht zou het gaan om een bedrag van 32.962 €.
De Vlaams overheid legt hierbij geen initiatieven op, maar verwacht van de lokale overheid dat ze zelf voorziet in acties rond dit thema.
Onze N-VA-fractie is van mening dat het hierbij niet mag gaan om de financiering van studiewerk, dat ongetwijfeld nuttige informatie oplevert maar geen directe impact heeft op individuele jongeren. We menen dat het aangewezen is om het toegekende budget in te zetten voor concrete maatregelen en projecten die een directe impact hebben op de achterstand van deze kinderen op het vlak van onderwijs, huisvesting, gezondheid en vrije tijd.
Onze N-VA-fractie vraagt de het schepencollege :
• Wat is de stand van zaken van het studiewerk dat de jeugddienst op dit vlak reeds heeft uitgevoerd ? Welke resultaten blijken hieruit ?
• Welke concrete maatregelen voorziet het schepencollege met de financiële middelen die de Vlaamse overheid voorziet voor de bestrijding van armoede bij kinderen van nul tot 3 jaar ?
_______________________________________________
Wegenwerken op E17 en N49/E34 - impact op onze lokale wegen
Onlangs stelde Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Crevits de 23 geplande werven op autosnelwegen in 2014 voor.
Twee ervan situeren zich op de autosnelwegen die onze gemeente doorkruisen :
• N49/E34 : structureel onderhoud van het asfalt ter hoogte van Zwijndrecht en Melsele, in de rijrichting Antwerpen. Deze werken vinden plaats tussen 16 mei en augustus. Voor deze werken wordt de rijweg versmald van 2 naar 1 rijvak.
• E17 : Structureel onderhoud asfalt van R1 tot Kruibeke (in de rijrichting Gent) en op de R1 van Kennedytunnel tot Antwerpen-West. Deze werken worden uitgevoerd in juli en augustus. Bij deze werken blijft minstens 1 rijstrook beschikbaar, waar mogelijk wordt een tweede versmalde rijstrook opengesteld.
Het Agentschap Wegen en Verkeer verwacht tijdens de uitvoering ernstige hinder, vooral bij de werken op de E17.
Het leidt geen twijfel dat deze werken hun impact zullen hebben op de mobiliteit in de gemeente. De ervaring bij vorige werken aan de N49/E34 hebben uitgewezen dat vooral het verkeer in het Zwijndrechtse dorpscentrum op dat ogenblik vastliep door sluipverkeer tussen Melsele en Antwerpen. Dit had zijn negatieve impact op het openbaar vervoer door onze gemeente, dat ernstige vertraging opliep. Tegelijk ontstond er sluipverkeer doorheen lokale woonstraten langsheen de N70, met alle negatieve gevolgen voor de bewoners en de fietsers in deze woonstraten.
De recent aangekondigde wegenwerken worden voor een deel gelijktijdig uitgevoerd. De werken op de N49/E34 zullen vooral in de ochtendspits file en dus sluipverkeer in de rijrichting Antwerpen opleveren, terwijl de werken op de E17 in de avondspits zullen leiden tot file en sluipverkeer in de rijrichting Melsele en Kruibeke. Gezien de beperkte afstand tussen beide autowegen, zullen de werken op de ene weg een ernstige impact hebben op de verkeersafwikkeling op de andere weg.
Het "Minder-Hinder-Protocol" van de Vlaamse Overheid schrift voor dat het Agentschap Wegen en Verkeer maatregelen moet nemen om de hinder ingevolge wegenwerken minimaal te houden. "Ook de hinderbeleving van de omwonenden en ondernemingen op de secundaire en lokale gewestwegen is een aandachtspunt dat zeker niet verwaarloosd mag worden", aldus dit protocol. Om dit te bereiken voorziet het protocol in overlegstructuren op projectniveau met de getroffen gemeenten.
Aanvullend is het ook de taak van de lokale overheid om hierop in te spelen en na te gaan welke preventieve maatregelen er kunnen genomen worden om sluipverkeer te ontmoedigen en het dichtslibben van onze dorpskernen te voorkomen.
De vroegere negatieve ervaringen bij wegenwerken op de N49/E34 in gedachten, lijkt het ons noodzakelijk om voorafgaand aan deze werken maatregelen te onderzoeken om onze dorpskernen mobiel te houden, vooral in het belang van de doorstroming van het openbaar vervoer. Vermits het volledig weren van sluipverkeer een utopie is, zijn aanvullende maatregelen nodig om dit sluipverkeer op de lokale hoofdwegen te houden en zodoende de woonstraten hiervan te vrijwaren.
Onze N-VA-fractie vraagt het schepencollege :
• is er over deze werken reeds overleg geweest met het Agentschap Wegen en Verkeer ? Heeft deze afdeling reeds een project-mobiliteitsplan voorgesteld met maatregelen om bovengemeentelijk sluipverkeer door onze dorpskernen en woonstraten te ontmoedigen en te verhinderen ?
• kan het schepencollege ons informeren over de aanvullende lokale maatregelen die worden genomen om het resterende sluipverkeer op de lokale hoofdwegen te houden ?
_________________________________________________
Bijkomend agendapunt
Oosterweelverbinding, zie document (pdf) in bijlage.