Het Zonale Veiligheidsplan / Handel tweedehandsvoertuigen

Op 24 oktober 2013, over deze onderwerpen: Gemeenteraad

Het Zonale Veiligheidsplan - stand van zaken

De politiezones zijn verplicht het Zonale Veiligheidsplan (ZVP) op te stellen, en dit ter goedkeuring voor te leggen aan de ministers van binnenlandse zaken en justitie. De voorbereiding, het opstellen en uitvoeren van het ZVP vallen onder de bevoegdheid van de korpschef.

Op 29 november 2012 stemde de ministerraad in met het voorstel van de minister van binnenlandse zaken om de termijn tot het opstellen van een nieuw ZVP met 6 maanden te verlengen. Bijgevolg loopt het huidige ZVP tot 31 december 2013.

In de zitting van de politieraad van 28 februari 2013 werd kennis genomen van de geplande bevraging bij de zogenaamde sleutelfiguren. In zijn toelichting gaf de korpschef aan dat zijn diensten na verwerking van de resultaten van die bevraging tegen juli 2013 de doelstellingen voor het nieuwe ZVP zouden kunnen bepalen. Vervolgens zou het nieuwe ZVP in september kunnen worden goedgekeurd, waarna de uitvoering kan starten in 2014.

Met het uitstel voor de opstelling van het nieuwe ZVP wilde de minister de nieuwe bestuursmeerderheden in de gemeenten de mogelijkheid bieden hun veiligheidsstrategie grondig voor te bereiden en af te stemmen op de nieuwe doelstellingen en het toekomstige kader. 

Inmiddels is september voorbij, en is er nog steeds geen ontwerp van ZVP bij de Politieraad bekend.

Nochtans mag het belang van dit plan niet worden onderschat : het omvat de prioriteiten voor veiligheid, leefbaarheid, dienstverlening en interne werking, en geeft zo een duidelijk beeld over de prioriteiten waarvoor onze politiezone wil gaan. Dit is niet alleen in het belang van de bezorgde inwoner, maar vooral van het politiekorps zelf, dat op die wijze een duidelijk beeld krijgt over wat de beleidsorganen in de politiezone nu effectief van hen verwachten.

De goedkeuring van het ZVP zal de huidige criminaliteit niet vanzelf oplossen, maar zal bijdragen tot een beter gestructureerde en gecoördineerde aanpak ervan.

De vertraging in de uitwerking van het ZVP Zwijndrecht roept bij onze fractie dan ook ernstige vragen op.

Onze N-VA-fractie vraagt de burgemeester :

  • kan u aan de politieraad een gedetailleerd overzicht te geven van de stand van zaken van de uitwerking van het Zonaal Veiligheidsplan Zwijndrecht;
  • werd het Zonaal Veiligheidsplan Zwijndrecht reeds besproken/goedgekeurd door de Zonale Veiligheidsraad ?
  • kan de korpschef een overzicht geven van de aandachtspunten en/of prioriteiten ?

__________________________________________________________

 

Handel in tweedehandsvoertuigen - problematiek van de strooibriefjes

Via de pers werd onze aandacht getrokken op de praktijk van sommige handelaars in tweedehandsvoertuigen, die door middel van strooibriefjes of visitekaartjes op de ruiten van geparkeerde voertuigen de eigenaars ervan vragen om hun wagen te verkopen. 

Naar verluidt gaat het veelal om niet-professionele handelaars, die niet begaan zijn met het naleven van de regelgeving op de verkoop van tweedehandswagens. Ingaan op dergelijke aanbiedingen zou niet zonder risico zijn voor de onachtzame verkoper. De techniek zou ook gebruikt worden door malafide personen die zo op een onopvallende manier willen nagaan of er waardevolle voorwerpen in de auto's werden achtergelaten. Het fenomeen doet zich vooral voor op publieke parkings, waar er minder sociale controle heerst.

De aanwezigheid van dergelijke handelaars lijken het onveiligheidsgevoel te verzwaren, zo blijkt uit de reacties die we mogen ontvangen.

Naar verluidt zouden diverse gemeentebesturen maatregelen nemen om dit fenomeen in te dijken. Dit zou ertoe kunnen leiden dat het probleem zich naar onze gemeente verplaatst.

Onze N-VA-fractie vraagt de burgemeester :

-    Wat is uw standpunt ten aanzien van deze praktijken ?
-    Is er reeds een actieplan bij de lokale politie ? Welke maatregelen kunnen/zullen getroffen worden om deze problematiek aan te pakken ?
-    Wordt er op dit specifieke vlak samengewerkt met andere actoren (buurgemeenten, politiezones,…) ?

 

__________________________________________________

 

Sneeuwvrij maken van het openbaar domein

Traditiegetrouw worden in de gemeenteraad pas na de eerste sneeuwbuien steevast vragen gesteld en opmerkingen gemaakt over het sneeuwvrij maken van het openbaar domein.

Onze fractie wil met die traditie breken door voorafgaand aan de sneeuwval dit punt te agenderen en aandacht te vragen voor deze problematiek.

1.    Strooiplan 

Wat betreft de wegen, voet- en fietspaden bestaat er bij de gemeentelijke technische dienst een plan van aanpak voor het sneeuwruimen door de personeelsleden van de technische dienst. Dit plan voorziet in een strooiroute, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de hoofwegen en de verbindingswegen, schoolomgevingen, fietspaden, enz. 

De ervaring tijdens voorbije winters wijst op de noodzaak tot een actualisatie van dit strooiplan met toevoeging van enkele ontbrekende schakels. 

2.    Gladheidsbestrijding

In woonwijken met weinig doorgaand verkeer en voornamelijk bestemmingsverkeer is de impact van de  sneeuw eerder beperkt, we hebben dan ook begrip voor het feit dat hier pas in secundaire orde aandacht aan wordt besteed. 

We stellen echter vast dat in deze straten, waar in een eerste fase niet wordt gestrooid, de sneeuw na enkele dagen dermate verhard is dat zeer gevaarlijke gladheid optreedt. 

Hetzelfde geldt voor openbare parkings, waarbij vooral die parkings aangelegd in waterdoorlatende betonstraatstenen extra risico blijken te vertonen. 

Het is aangewezen om ook hiervoor maatregelen te voorzien.

3.    Sneeuwruimen door de bewoners

Het politiereglement voorziet : “Bij sneeuwval of ijzelvorming moeten de aangelanden van een openbare weg erover waken dat voor het eigendom die zij bewonen voldoende ruimte voor doorgang van de voetgangers wordt schoongeveegd of dat het nodige wordt gedaan om de gladheid ervan te vermijden”. 

Hoewel het politiereglement op dit punt duidelijk is interpreteren de meeste burgers deze verplichting derwijze dat zij enkel het voetpad moeten vrijmaken. 

Verschillende woonwijken in onze gemeente hebben straten en/of woonerven waar geen voetpad is voorzien. Deze straten zijn omwille van hun specifieke ligging en inrichting niet opgenomen in het prioritaire strooiplan en krijgen dus geen strooibeurt. 

Gevolg is dan ook dat in dergelijke straten zonder voetpad er veelal geen sneeuwvrije strook ter beschikking is voor de passanten, zoals blijkt uit de foto hiernaast. 

Wellicht zonder het zelf te beseffen dragen de bewoners van deze straten door het betreffende artikel in het politiereglement een belangrijke verantwoordelijkheid bij ongevallen door glijpartijen. 

Naast een algemeen artikel in het gemeentelijk informatieblad lijkt het ons dan ook aangewezen de bewoners van dergelijke straten individueel te informeren over de bepalingen van het politiereglement, en zo nodig straat per straat duidelijk aan te geven wat concreet van hen wordt verwacht.

4.    Hulp van PWA-medewerkers 

Tot slot blijken sommige inwoners fysiek niet in staat om zelf voor het sneeuwruimen in te staan, en kunnen ze  jammer genoeg om uiteenlopende redenen geen beroep doen op hulp van familie, buren, vrienden of kennissen.  Voor deze hopelijk kleine groep inwoners zou kunnen worden onderzocht of zij tegen een kleine vergoeding beroep kunnen doen op PWA-werknemers.

Onze N-VA-fractie vraagt het schepencollege :

  • aan de hand van het gemeenteplan een gedetailleerde voorstelling te geven van het strooischema, dat door de technische dienst wordt gevolgd, en van de aanpassingen en/of uitbreidingen die worden doorgevoerd, en dit strooiplan op een duidelijke manier kenbaar te maken van de inwoners via informatieblad en website;
  • te voorzien in maatregelen voor gladheidsbestrijding in straten die niet zijn opgenomen in het strooiplan, alsook op de publieke parkeerterreinen;
  • de bewoners via het informatieblad te wijzen op de verplichting tot sneeuwruimen voor de eigen woning en voor die van buren, wanneer die er fysiek zelf niet toe in staat zijn. Hierbij wordt specifieke aandacht geschonken aan de straten waar geen voetpaden zijn voorzien; 
  • overleg te plegen met het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap om na te gaan of hun PWA-medewerkers tegen kleine vergoeding kunnen worden ingeschakeld voor sneeuwruimen bij bewoners die omwille van fysieke redenen deze taak zelf niet kunnen uitvoeren.

__________________________________________________

 

 

Binnengebied Dorpstraat, Pastoor Coplaan, Boomgaardstraat en Vrijheidstraat - Ontwikkelingsmogelijkheden 

Het binnengebied tussen Dorpstraat, Pastoor Coplaan, Boomgaardstraat en Vrijheidstraat vormt een belangrijke nog te ontwikkelen zone in de Burchtse woonkern. Een adequate invulling ervan is niet alleen belangrijk voor de leefbaarheid van dit gebied en zijn omgeving, maar ook voor de verkeers- en parkeerproblematiek. Tevens biedt een goede invulling ook mogelijkheden naar doorsteekbaarheid van dit gebied voor voetgangers en fietsers.

Dit dossier werd reeds op 25 mei 2005 besproken in de Gecoro naar aanleiding van een ingediend voorstel tot ontwikkeling van het gebied.

Meer dan 8 jaar na datum is er heel wat veranderd : niet alleen de oorspronkelijk voorziene ontwikkeling is gewijzigd, maar ook de algemene ruimtelijke visie qua ontwikkeling van dergelijke binnengebieden werd geactualiseerd. Verder veranderde inmiddels ook de samenstelling van de Gecoro.

In het verslag van het schepencollege van 24 september lezen we dat het college op voorstel van de dienst Ruimtelijke Ordening de uitgangspunten voor de mogelijke invulling van dit gebied heeft vastgelegd. Deze uitgangspunten vormen de basis voor de toetsing van mogelijke concrete ontwikkelingsprojecten in dit belangrijke binnengebied, ze creëren m.a.w. het ruimtelijke kader waaraan projecten moeten voldoen.

De Gecoro werd door de Vlaamse overheid in het leven geroepen om de kwaliteit van het gemeentelijk ruimtelijke ordeningsbeleid te bevorderen en een maatschappelijk draagvlak te creëren voor dat beleid.

In het beleidsprogramma van huidige coalitie lezen we : ”Los van de mogelijkheden om vragen te stellen binnen de gemeenteraad, de commissies en de OCMW-raad, moeten ook voor de adviesraden kansen gecreëerd worden om nauwer in te spelen op het gemeentelijk beleid.”, en verder : “Wij beschouwen deze adviesraden als een belangrijk instrument om zoveel mogelijk mensen op verschillende ogenblikken van het besluitvormingsproces de kans te  geven het beleid te beïnvloeden”.

Het verbaast ons dan ook dat er geen formeel advies werd gevraagd aan de Gecoro voorafgaand aan het collegebesluit van 24 september over de gewijzigde uitgangspunten voor de ontwikkeling van het binnengebied tussen Dorpstraat, Pastoor Coplaan, Boomgaardstraat en Vrijheidstraat. 

Onze N-VA-fractie vraagt het schepencollege :

  • wat zijn de criteria die worden gehanteerd om dossiers al dan niet aan de Gecoro voor te leggen ?
  • de visie voor de invulling van het binnengebied Dorpstraat, Pastoor Coplaan, Boomgaardstraat en Vrijheidstraat voor advies aan de Gecoro voor te leggen, en te melden waarom dit tot op heden nog niet is gebeurd ?

__________________________________________________

 

Retributie voor de keuring van privé-waterafvoer

De gemeenteraad keurde in zitting van 22 november 2012 een retributiereglement goed voor de keuring van privé-waterafvoer.

Onze fractie wil het op dit moment niet hebben over de opportuniteit van deze retributie, maar wel over het verlenen van uitzonderingen op dit reglement.

Het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan is ingevolge artikel 43§2 een uitsluitende bevoegdheid van de gemeenteraad die niet aan het schepencollege kan worden toevertrouwd.

In de omzendbrief van 5 juni 2009 verduidelijkt de minister van binnenlands bestuur dat de bevoegdheid van de gemeenteraad inzake het vaststellen van retributies werd versoepeld, zodanig dat de gemeenteraad enkel nog zelf moet beslissen over het kader en de bijzonderste voorwaarden van de retributie. Dat omvat volgens de minister onder meer de aanduiding van degene die de retributie verschuldigd is, voor zover dat niet als vanzelfsprekend volgt uit de aard van de retributie, en de eventuele vaststelling van vrijstellingen of verminderingen. Het vaststellen van het tarief zelf en de bepaling van de wijze van inning kunnen voortaan aan het college worden gedelegeerd.

Het is hierdoor duidelijk dat enkel de gemeenteraad bevoegd is om vrijstellingen te verlenen.

Het retributiereglement voor de keuring van privé-waterafvoer waarover sprake voorziet nergens uitdrukkelijk in een vrijstelling, behalve dan voor iedereen die over een geldige bouwvergunning beschikt van vóór 1 juli 2011.

In collegezitting van 2 juli 2013 besprak het college een voorstel van de administratie en de financieel beheerder om zowel het OCMW –voor het nieuwe woonzorgcentrum- als de Zwijndrechtse Huisvestingsmaatschappij (ZHM) –voor de bouw van 39 appartementen- geheel of gedeeltelijk vrij te stellen. Het college keurde wel de vrijstelling goed voor het OCMW maar niet voor de ZHM.

Hoewel onze fractie begrip kan opbrengen voor het feit dat het OCMW wordt vrijgesteld van deze retributie, gezien de financiële connecties tussen beide besturen, stellen we ons toch vragen bij deze gang van zaken, waar het schepencollege wordt voorgesteld om vrijstellingen van retributies toe te kennen zonder dat de gemeenteraad daarvoor machtiging heeft verleend.

Onze N-VA-fractie vraagt het schepencollege een gedetailleerd overzicht te geven van de gevallen waarin een afwijking of uitzondering op de gemeentelijke retributies en belastingen werd toegekend, en van de motivatie daartoe.

 

 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is