U bent hier
Autodelen stimuleren / studies gebouwen
Autodelen stimuleren door het gemeentelijk wagenpark te delen.
Het beleidsplan van huidige bestuurscoalitie voorziet in het stimuleren en uitbreiden van het gebruik van deelauto’s.
Elk gemeentebestuur beschikt over een eigen wagenpark, dat vaak en vooral buiten de reguliere werktijd onbenut blijft. Onderzoek wijst uit dat 60% van de gemeenten de wagens enkel op weekdagen gebruikt en dat de wagens in twee op de drie gemeenten jaarlijks slechts 5.000 tot 10.000 kilometers rijden.
Heel wat lokale overheden in Vlaanderen hebben reeds het initiatief genomen om het gemeentelijk wagenpark deels te delen met hun inwoners, bvb Edegem, Schoten, Schelle, Deinze, Borsbeek, Wevelgem, Hoeselt en Bilzen. Het autodelen van (een deel van) het gemeentelijk wagenpark is één van de oplossingen om kostenbesparend te werken en tevens duurzame mobiliteit in de gemeente te promoten.
Het gemeentebestuur zou hiervoor beroep kunnen doen op de organisatie Autopia, het Vlaams steunpunt voor particulier autodelen, dat tot doel heeft duurzame, mens- en milieuvriendelijke mobiliteit te bevorderen, meer bepaald via het particulier autodelen.
Autopia biedt verschillende formules aan, gekoppeld aan de mogelijkheden van het gemeentestuur, waarbij de organisatie steeds een plan op maat uitwerkt. Autopia zorgt voor een intensieve begeleiding bij de uitwerking en biedt tevens antwoord op tal van vragen bij het systeem op het vlak van verzekering, opvolging, enz.
Onze N-VA-fractie vraagt het schepencollege om het systeem van autodelen van (een deel van) het gemeentelijk wagenpark te onderzoeken in samenwerking met de vereniging Autopia, en de resultaten hiervan ter kennis te brengen van de gemeenteraadsleden.
___________________________________________________________________
Studies gebouwen en personeelsorganisatie – resultaten
Bij de lancering van ons voorstel tot organisatie van een administratief loket in de deelgemeente Burcht werd gesteld dat eerst een studie van de personeelsorganisatie zou gebeuren. De resultaten van deze studie zouden dan kunnen leiden tot een herschikking van de diensten, waarbij de publieke diensten mogelijks centraal zouden worden gehuisvest.
Inmiddels werd ook aangekondigd dat er een studie van het gemeentelijk patrimonium zou gebeuren, die dan weer tot herbestemming of zelfs verkoop van bepaalde gemeentelijke gebouwen zou kunnen leiden.
Beide rapporten vormen samen de basis van een masterplan voor de verdere uitbouw van de gemeentelijke organisatie en van de huisvesting van de gemeentelijke diensten. De resultaten van de patrimoniumstudie kan dan vervolgens wellicht ook een antwoord bieden aan de talloze vragen van uiteenlopende verenigingen naar occasionele of geregelde huisvesting.
Het lijkt ons logisch dat de resultaten van deze studies worden afgewacht vooraleer wordt beslist over belangrijke werken aan het gemeentelijk patrimonium.
Op de commissie van openbare werken op 8 oktober werd een toelichting gegeven over de geplande verbouwing van het gebouw van de Technische Dienst in de Laarstraat, waarbij buitenframe, raamwerk en dak zouden worden aangepakt. Tot onze verbazing stelde de schepen van openbare werken dat het de bedoeling is om deze werken op korte termijn uit te voeren, zonder te wachten op de resultaten van voormelde studies. Dit roept toch vragen op, gezien een eventuele wijziging van gebruik van zelfs maar een deel van dit gebouw een weerslag kan hebben op de buitenstructuur van het gebouw. In elk geval moet worden voorkomen dat er opnieuw investeringen worden gepland of uitgevoerd, die dan later weer moeten worden teruggedraaid, met extra kosten tot gevolg.
Onze N-VA-fractie vraagt het schepencollege :
- de gemeenteraad te informeren over de stand van zaken van beide studies en over de verdere timing ervan;
- te bevestigen dat buitengewone onderhoudswerken of verbouwingen aan gemeentelijke gebouwen pas worden uitgevoerd na finalisering van beide studies en vastlegging van de conclusies en prioriteiten.