U bent hier
Oude verkavelingsvergunningen
Oude verkavelingsvergunningen - onderzoek tot opheffing of vervanging
Uit informatie van de dienst Ruimtelijke Ordening blijkt dat in onze gemeente nog zeer veel oude verkavelingsvergunningen van kracht zijn. De meeste ervan zijn opgemaakt in een tijd waar de inzichten in ruimtelijke kwaliteit totaal verschillend waren van de huidige.
De “verkaveling” was de eerste poging binnen de ruimtelijke ordening om bouwen aan regels te onderwerpen, via een set van strakke voorschriften, die ervoor zorgden dat er uniform werd gebouwd. De procedure dateert al van voor het gewestplan.
De N-VA-fractie ziet diverse redenen om over te gaan tot een herziening van de systematiek van de verkavelingen :
1. Voorbijgestreefd : Vandaag moeten we vaststellen dat vele verkavelingen ofwel geen functie meer vervullen omdat de verkaveling volledig werd uitgevoerd, dus volgebouwd, ofwel omdat de verkavelingvoorschriften niet meer actueel zijn omwille van veranderde hedendaagse vormvereisten of door de aanwezigheid van een BPA of RUP dat zelf deze vormvereisten aangeeft.
2. Bureaucratisch en kostenverspillend : jonge gezinnen nemen vandaag geregeld woningen over uit oude verkavelingen. Sommige percelen liggen er zelfs nog onbebouwd bij.
Veelal moeten deze gezinnen wijzigingen aanvragen aangezien oude verkavelingsvergunningen vol staan van kleine regeltjes die eigenlijk overbodig zijn binnen de huidige context van stedenbouwkundige vergunningen, en die actueel en modern wooncomfort in de weg staan.
Deze afwijkingen zijn onderhevig aan een omvangrijke bureaucratische procedure. Bij de aanvraag voor een verkavelingswijziging moet de aanvrager ofwel alle eigenaars de aanvraag laten ondertekenen, ofwel de ontbrekende eigenaars per aangetekende brief verwittigen. Vooral in grote verkavelingen, zoals bvb de verkaveling Neerbroek, zorgt dit voor een enorme doch zinloze rompslomp, en veelal geeft zo'n aanvraag aanleiding tot burenconflicten.
Gemeenten moeten eveneens bovenop de stedenbouwkundige vergunning extra administratief werk leveren om deze verkavelingswijziging toe te staan.
Door oude verkavelingen op te heffen verlicht men dus de papier- en werklast en dus ook het kostenplaatje van zowel de Stedenbouwkundig Ambtenaar als van de aanvrager.
3. Ongelijkheid : om de vastgeroeste en voorbijgestreefde verkavelingsvoorwaarden te wijzigen worden steeds meer afwijkingen toegestaan op de voorschriften per perceel aan. De verkavelingsvoorwaarden die initieel van toepassing waren op de ganse verkaveling zijn dus in de praktijk niet meer geldig voor alle percelen binnen de verkaveling, en moeten dus verschillend beoordeeld worden wanneer een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd. Dit brengt een feitelijke ongelijkheid tot stand die kan leiden tot discussie, onbegrip en misverstanden tussen de bewoners.
4. Herstructurering binnen de huidige ruimte aanmoedigen : gronden worden steeds duurder en schaarser. Er is een nood aan nieuwe woonvormen en meergezinswoningen. Door het opheffen van de verkavelingsvergunningen kan men bijvoorbeeld grote percelen opsplitsen, waardoor men meer leefruimte creëert en de nood aan het aanboren van nieuwe gronden vermindert.
Tegelijk kan men toelaten dat er nieuwe woontypologieën geïntroduceerd worden die overeenkomen met de hedendaagse comforteisen en betaalbaarheidsnormen. Zo kan het zijn dat de vormgeving van de oude woning en verkavelingsvergunning niet meer voldoet wanneer men overschakelt naar een passiefwoning.
5. Nieuwe woningtypes : in principe kan men binnen een verkaveling niet van bestemming afwijken.
Nochtans stijgt de vraag naar nieuwe woningtypes, zoals duo- en kangoeroewoningen.
Een opheffing van een verkaveling maakt dus de woonvormen van de toekomst mogelijk. Dit past in het beleid om ouderen zo lang mogelijk in hun eigen woning te laten wonen. Tegelijk ontstaat er een vorm van “begeleid wonen” mogelijk voor deze ouderen, aangezien één van de kinderen thuis blijft wonen, maar in zijn of haar eigen huis. Het opheffen van de oude verkavelingen kan dus ook een belangrijk sociaal voordeel bieden.
De oude verkavelingsvoorschriften zorgen vandaag meer voor een onhoudbaar ruimtelijk beleid dan voor een bijdrage tot een goede ruimtelijke ordening.
Onze N-VA-fractie ziet dan ook voldoende argumentatie om de oude verkavelingsvergunningen op te heffen zodat een aanpassing aan de moderne kwaliteitsvereisten mogelijk is. Het opheffen van de oude verkavelingsvergunningen wil niet zeggen dat alle regels overboord worden gegooid, maar zal er voor zorgen:
• dat er minder regels zijn;
• dat een aanvraag zal worden beoordeeld volgens de hedendaagse algemeen geldende wetgeving waarbij men nakijkt of de aangevraagde stedenbouwkundige vergunningen in harmonie zijn met de ruimtelijke omgeving;
• dat er meer mogelijkheden zijn om kwalitatief te bouwen, te herbouwen of te verbouwen;
• dat aanvragers van een stedenbouwkundige vergunning binnen de verkaveling geen procedure moeten doorlopen voor aanvragen die perfect aansluiten bij de huidige inzichten, maar niet beantwoorden aan de oude voorschriften;
• dat er efficiënter kan gewerkt worden, en er zowel voor de aanvrager als voor de gemeente een kostenbesparing ontstaat;
• er niets verandert aan de rechtszekerheid van reeds bestaande woningen.
Bij het onderzoek naar de opportuniteit over de opheffing van de oude verkavelingsvergunningen moet volgens onze N-VA-fractie de aandacht vooral gaan naar :
• verkavelingen met grote percelen, omdat de opheffing zal toelaten om percelen en woningen op te splitsen, en dus zal leiden tot een grotere verdichting en een beter ruimtegebruik;
• grote verkavelingen met vele percelen, omdat deze zorgen voor een enorme bureaucratische en financiële last bij de particulieren die een verkavelingswijziging wensen door te voeren;
• verkavelingen met reeds vele wijzigingsbesluiten, om de feitelijke ongelijkheid te beëindigen die kan leiden tot discussie, onbegrip en misverstanden tussen de bewoners;
• verkavelingen met een hoge diversiteit aan typologieën, omdat dit strijdig is met het principe van uniform bouwen dat wordt beoogd door de verkavelingsvergunning.
Het schepencollege beschikt volgende de huidige regelgeving inzake ruimtelijke ordening over twee mogelijkheden om oude verkavelingen te beëindigen :
• ofwel start het schepencollege de procedure om de verkavelingsvergunning gewoon op te heffen, zoals voorzien in artikel 4.6.6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
• ofwel beslist men tot de opmaak van een nieuw Ruimtelijk UitvoeringsPlan (RUP) dat tegelijkertijd ook de aanwezige verkavelingsvergunningen opheft.
Onze N-VA-fractie vraagt het schepencollege :
• in te stemmen met het principe van de opheffing van oude verkavelingsvergunningen;
• om de dienst Ruimtelijke Ordening opdracht te geven een gemotiveerd dossier uit te werken waarin de bestaande verkavelingsvergunningen inhoudelijk worden geëvalueerd in functie van de opheffing ervan of eventueel de vervanging ervan door een RUP;
• dit dossier binnen een termijn van 3 maanden voor te leggen voor advies aan de Gecoro en aan de Gemeenteraadscommissie van Ruimtelijke Ordening.